Hij speelde ruim vierhonderd wedstrijden voor FC Den Haag en kreeg tijdens zijn carrière een uitnodiging voor het Nederlands elftal. Maar daarvoor bedankte Joop Korevaar (72) vriendelijk. Uitkomen voor Oranje strookte niet met zijn geloofsovertuiging en dus blijft de vraag voor altijd: hoeveel interlands had Korevaar wel niet kunnen spelen?
Op de markt op het Loosduinse Hoofdplein in Den Haag ruikt het deze ochtend naar noten en stroopwafels en klinkt een draaiorgel. Op de hoek met de Loosduinse Hoofdstraat staan Joop en Nanette Korevaar. Ze zijn 48 jaar getrouwd en tien jaar geleden vanuit Gouda naar Kijkduin verhuisd. Een paar meter verderop op een standaard een exemplaar van Ontwaakt!, een van de twee tijdschriften van de Jehovah’s Getuigen.
Op de cover de prangende vraag: ‘Is er hoop voor onze planeet?’ Mooie aftrap van het interview even later achterin Lunchroom De Keizer. Wat ze hier elke week op de markt doen, hoe gaat dat in z’n werk? ,,Het initiatief ligt altijd bij de mensen”, steekt Joop Korevaar, die morgen 73 jaar wordt, van wal. ,,Als iemand een boekje meeneemt of een praatje aanknoopt, gaan we het gesprek aan.” Joop Korevaar is nog steeds een bekende naam, onder andere omdat hij al tijdens zijn actieve profvoetbalcarrière Jehovah’s Getuige was geworden.
,,Oorspronkelijk ben ik van Hervormde huize”, zegt hij. ,,Op mijn twintigste ben ik samen met mijn moeder bijbelstudie gaan doen. Niet langer uitgaan van: Wat zegt de dominee? Maar van: Wat zegt de bijbel? Het opende onze ogen. Mijn vrouw heb ik binnen de gemeente van Jehovah’s Getuigen leren kennen, zij is ermee opgegroeid. We geloven dat alles wat met de aarde gebeurt al in de bijbel staat. En we daar geen invloed op hebben. Die gedachte maakt niet wanhopig, maar geeft juist rust. En hoop.”
Hoop is in deze dagen hard nodig, aldus Joop. ,,Dag na dag oorlog op het journaal, zo veel leed. Het is verschrikkelijk.”Er is niet veel verbeeldingskracht nodig om in de zeventiger van nu de gentleman-verdediger van toen te zien. Hij oogt fit en toen de zonnige humeuren werden uitgedeeld, heeft hij niet achteraan gestaan. ,,Ik eet nog drie keer per week een gebakje”, glimt Korevaar. Ooit stond hij zelf met zijn vader op de markt in Gouda. ,,We hadden een kraam met chocolade en drop. Toen ik als jong talent bij FC Den Haag doorbrak, noemde Voetbal International me naar aanleiding daarvan ‘Het Snoepje Van De Week’, haha.”
Nederlandse top
Op zijn zestiende verruilde Korevaar SV Gouda voor FCDH. Daar maakte hij twee jaar later onder hoofdtrainer Vaclav Jezek zijn debuut. Eerst als spits, maar al snel werd hij linksback. Op die plek speelde hij maar liefst veertien jaar in het eerste elftal. Als prominent onderdeel van de generatie Aad Mansveld, Lex Schoenmaker, Dick Advocaat en Piet de Zoete, die Nederlandse top was en internationaal stevig in de bus blies.
Toen hij nog geen rijbewijs had, reed hij vanuit Gouda mee met Leen Swanenburg en Ton Thie. ,,Op een gegeven moment speelden er zelfs vier Gouwenaars in het Zuiderpark: Willem Berckenkamp, Swanenburg, Thie en ik. Als mensen zeggen dat Ton de beste doelman was die niet het Nederlands elftal haalde, ben ik het daar honderd procent mee eens. Internationale klasse. In mijn ogen beter dan Jan Jongbloed.”
Brief aan de bondscoach
Korevaars beoordeling over Thie leidt tot een andere vraag. Met betrekking op hemzelf. Korevaars loopbaan had iets van een onvoltooide symfonie. Want toen bondscoach Frantisek Fadrhonc hem uitnodigde voor Oranje, schreef Korevaar hem een brief. Daarin legde hij uit dat hij als Jehovah’s Getuige alleen het koninkrijk Gods erkende en niet het koninkrijk der Nederlanden.
En dus bedankte hij voor de eer. Hoe veel interlands had hij wel niet kunnen spelen? Tien, twintig? Misschen wel vijftig? Zulke bespiegelingen blijken aan Korevaar niet besteed.
,,Aanvankelijk heb ik nog voor de UEFA-jeugd en Jong Oranje gespeeld. Maar nadat ik was gedoopt, was het een logische beslissing om ‘nee’ te zeggen tegen het Nederlands elftal. En ik ben niet iemand die denkt van: ‘als dit, dan dat’. Ik neem het zoals het is. Ik heb er nooit spijt van gehad. Ook zonder Oranje heb ik een prachtige voetballoopbaan gehad. Dankzij het voetbal had ik een bevoorrecht leven.”
Daar heeft de periode bij FCDH een hoop mee van doen. ,,Speelden we de stadsderby tegen Holland Sport, was het Zuiderparkstadion zes weken van tevoren uitverkocht. Zes weken! Eerste dat bij me naar boven komt bij de tijd van toen: de eenheid onder de spelers. Wat er ook gebeurde, we lieten elkaar niet vallen. Nooit. We konden op elkaar rekenen.”
Door: MARTIN VAN ZAANEN
Bron: ad