De ‘Kerstboom-jaren’ onder Co Adriaanse behoren tot een lichtpunt in de clubhistorie van FC Den Haag. Hoe is het nu met drie steunpilaren uit het team dat voor een promotie en stunts zorgde?
1Edwin Purvis (62) verhief in het ‘Kerstboom-systeem’ de kunst van het vleugelverdedigen. De man, die de boel toen al van meerdere kanten bekeek. En dat als fysiotherapeut nog steeds doet.
Wie vol op de aanval wil spelen, heeft ook vlekkeloze verdedigers nodig. Dan was je bij Edwin Purvis aan het juiste adres. Tussen 1981 en 1992 speelde hij ruim 300 duels voor wat toen nog FC Den Haag heette. Dat we met een liefhebber van doen hebben, blijkt wel uit het feit dat hij na zijn profloopbaan bij de amateurs lang doorging. Eerst in het eerste elftal van DEVJO, toen in een vriendenteam bij Forum Sport.
,,Als fysiotherapeut ben ik in 1987 begonnen. Eerste grote klus? FC Den Haag. Leuk en apart om oud-ploeggenoten op m’n behandeltafel te hebben.”
Met voetballen begon hij bij Blauw Zwart in Wassenaar. ,,Op mijn twaalfde kwam ik bij de Haagse Jeugd, destijds de manier om in beeld te komen. Al snel klopte FCDH aan. Ik was toen nog aanvaller. Toen ik nog op het Atheneum zat, kwam ik al bij het eerste elftal. De combinatie ging me goed af; beide zaken nam ik serieus. Als voetballer zorgde ik er altijd voor dat ik lichamelijk en mentaal zo goed mogelijk aan de aftrap verscheen.”
Al die jaren bij één profclub. ,,Er was weleens interesse, maar als voetballer had je destijds veel minder rechten. Club Brugge kwam richting eind jaren 80 met een droomaanbieding. Maar FC Den Haag vroeg veel te veel geld. Einde verhaal. Blijf ik zonde vinden. Niet alleen omdat ik er financieel sterk op vooruit zou zijn gegaan. Maar vooral vanwege de onbeantwoorde vraag: hoe ver had ik kunnen komen?”
2 Als jong ventje stond Leo Schellevis (56) al op de tribunes van het Zuiderparkstadion. Later mocht hij zelf op dat veld spelen en maakte hij ook nog geregeld het verschil. Hij is er nog altijd dankbaar voor en trots op.
In het dagelijks leven is Leo Schellevis projectadministrateur bij een van de grootste bouwbedrijven van het land. Voor de Haagse profclub speelde hij in acht seizoenen 159 wedstrijden, waarin hij 46 doelpunten maakte. ,,Toen ik als jonge jongen van Laakkwartier naar FC Den Haag ging en in 1985 bij het eerste elftal kwam, moesten we ons nog omkleden in een container. De Zuidtribune en de kleedkamers waren twee jaar ervoor na de degradatie door de supporters zelf in de brand gestoken. Het Zuiderparkstadion was niet luxe. Maar heel erg eigen. In de goede tijden leek het wel een onneembare vesting.”
Hebben we het over goede tijden, daar behoren de ‘Kerstboom-jaren’ zeker toe. Die periode begon 35 jaar geleden toen trainer Co Adriaanse in de eerste divisie aan het roer kwam. ,,In het begin dachten we als spelers wel: wat een mannetje. Maar we kwamen er al snel achter dat achter werkelijk alles wat hij deed, een gedachte zat. Hij was z’n tijd ver vooruit. Ik herinner me een training op een zaterdag, waarbij we in een partijvorm alleen maar mochten wandelen. Dat was eerst heel moeilijk. Tot je erachter kwam dat dat alleen ging als je constant vooruitdacht. Voor de rest was het lopen tot we scheel zagen. Eerlijk is eerlijk: we merkten al snel dat het zijn vruchten afwierp.”
Als de nummer 2 na kampioen Vitesse promoveerde FC Den Haag in het eerste jaar van Adriaanse. Het seizoen erop draaide het in de eredivisie lang bovenin mee en eindigde het op een verdienstelijke tiende plek. Heeft het ‘Kerstboom-systeem’ van Adriaanse ooit beter gefunctioneerd dan op 1 april 1991 bij de 3-0 zege op het PSV van spits Romário en trainer Bobby Robson? ,,Daar word ik nog regelmatig aan herinnerd”, vertelt Schellevis, die er die dag twee maakte. ,,Het was zo’n dag dat bij hun alles tegenzat en ons alles mee. Al kun je zeker zeggen dat we dat tot ook afdwongen. We waren superscherp die dag en joegen PSV over het hele veld op.”
3Voor Marco van Alphen (60) moest het beste nog komen, toen hij vanwege een rugblessure al op z’n 27ste werd afgekeurd. Er volgde een zware periode. Pas de afgelopen jaren zijn er lichtpuntjes.
Voor zijn generatie profvoetballers is het na hun loopbaan nog gewoon werken. Hard werken. ,,Ik heb verschillende dingen gedaan”, zegt Van Alphen. ,,Tegenwoordig ben ik huismeester van een appartementencomplex in Ypenburg. Daarnaast ben ik textielbedrukker in Roelofarendsveen en heb twee Lego-websites. Ja, in vergelijking daarmee heb je als profvoetballer een luizenleven, haha.”
De met een grenzeloos loopvermogen gezegende Van Alphen speelde middenvelder of back; links of rechts maakte hem niet uit. In acht seizoenen speelde hij meer dan tweehonderd officiële wedstrijden voor FC Den Haag, waarin hij zes doelpunten maakte. In zowel het team dat in 1986 ongeslagen kampioen van de eerste divisie werd als het ‘Kerstboom-elftal’ van Adriaanse was hij een onmisbare schakel.
Tot zijn 25ste draaide Van Alphen als een zonnetje. ,,Daarna kreeg ik steeds meer hamstringklachten en pijn in mijn lage rug. Ik ben daar vaak voor behandeld, maar de klachten werden alleen maar erger. Er werd nooit een hernia geconstateerd. Twee maanden nadat ik was gestopt, kwam dit tijdens een operatie naar voren. Ik had twee jaar hiermee gevoetbald… Op mijn 27ste werd ik afgekeurd. Doordat er nooit de juiste diagnoses zijn gesteld, had ik geen recht op volledige afkeuring voor de maatschappij.”
Straatvrees en nachtmerries
Ga er maar aanstaan om zo’n klap te verwerken. ,,Er was geen afscheid, ik heb niet kunnen aftrainen en kon niet accepteren dat het voorbij was. Aanvankelijk kreeg ik zelfs straatvrees en nachtmerries. Jarenlang heb ik het stadion ontlopen.” Ook omdat hij wel andere dingen aan zijn hoofd had. ,,Eigenlijk is mijn lichaam me altijd in de weg blijven zitten. Ik heb nog steeds last van mijn rug. Daarnaast was ik altijd snel verkouden, kortademig, trillerig. Van mezelf ben ik een vechter, maar eerlijk gezegd: er zijn periodes geweest dat ik het niet meer zag zitten.”
Lang kon Van Alphen niet over zijn voetbaljaren praten zonder tranen in zijn ogen te krijgen. ,,Nu zorgen de herinneringen gelukkig wel weer voor een glimlach”, aldus Van Alphen. ,,De prestaties, de sfeer, de vriendschap. Maar vooral omdat het voor mij nog de zorgeloze jaren waren.”
Door: MARTIN VAN ZAANEN
Bron: ad