De band met het clublogo zit al vanaf het begin om zijn arm: Kürsad Sürmeli volgde de vertrokken Boy Kemper op als aanvoerder van FC Den Haag. Een rol die hem past en waarin hij vertrouwen voelt.
Als eerste van de veertien aankopen werd Kürsad Süremli deze zomer gepresenteerd. En gisteravond tegen Telstar loopt hij voorop een rondje, om de fans te bedanken en zich te verontschuldigen voor de matige prestatie van de ploeg (1-1).
De 27-jarige Nijmegenaar kreeg in juli direct na zijn overstap naar FCDH de aanvoerdersband om. Als oude bekende van trainer Darije Kalezic is hij een tweede stem in het veld, maar heeft hij ook een rol die hem wel ligt. In ieder geval volgens hemzelf.
Prater in het veld
,,Ik wist dat niet van tevoren, maar in de voorbereiding werd dat duidelijk”, legt hij uit. ,,Bij MVV droeg ik ook wel eens de band. Je bent nieuw natuurlijk, maar bijna iedereen is nieuw. En dan moet iemand aanvoerder worden.” Sürmeli denkt dat het hem wel ligt. ,,Ik ben een prater in het veld, ik verwacht het uiterste van mijzelf en van mijn teamgenoten. Dus het zit wel in me, ja.”
De speelstijl van Kalezic komt hem dan ook bekend voor. ,,Ik zie alles hier terug. We staan goed, we geven weinig kansen weg en slijpen de foutjes er nog uit. In teamverband vind ik dat we netjes staan. Hij heeft een vaste manier van werken en vaste manier van spelen, dus daar pas ik goed in.”
Nadat hij in de eerste oefenwedstrijden al de aanvoerdersband had gedragen, werden nog namen als Daryl van Mieghem, Mohammed Hamdaoui en Henk Veerman aangetrokken. Allemaal spelers met ook veel ervaring in het Nederlandse voetbal. Maar het was volgens Sürmeli niet lastig om daarbij de leider te blijven. ,,Kijk, die jongens zijn ook allemaal leiders. Zij weten uit zichzelf wel hoe en wat. Ik probeer vooral die jonge jongens mee te nemen. Er zijn meerdere leiders in het veld, dat helpt wel. Daarbij zijn we ook jongens die veel kunnen accepteren van elkaar. Ik denk dat dat belangrijk is, want alleen dan kom je verder. Je zegt iets tegen iemand om het team beter te maken, en er is één doel.”
Sürmeli lacht even. Hij merkt dat hij bij elk antwoord langzaam toewerkt naar een voetbalcliché. ‘Daar werken we hard voor’. ‘We zijn hier allemaal met hetzelfde doel: winnen’ en nog meer van die vage termen die elke voetballer zegt wanneer het naar omstandigheden prima gaat met een club. Maar het past wel bij de voetballer, die zich dit seizoen naast één klein opstootje in Groningen niet tot opvallende acties liet verleiden. Hij is rustig, zakt terug in het veld om overzicht te houden en levert de bal zo min mogelijk in.
Qua spel onopvallend
De vraag is alleen: als hij als middenvelder qua spel onopvallend blijft – degelijk, maar niet geweldig – hoe gaat hij dan om met de concurrentie? Met Dhoraso Klas, Lasse Vigen, een straks terugkerende Sylvinho Esajas en Tyrese Asante die kan doorschuiven vanuit een overvolle centrale verdediging, is er genoeg concurrentie op de posities voor controlerende middenvelders. Tegen Telstar bleek Asante, ondanks sterke optredens, nu nog niet boven Sürmeli wordt gekozen. De vaste kracht van afgelopen seizoenen begon op de bank.
,,Niemand krijgt zekerheid dat ze op een positie mogen blijven staan”, zegt Sürmeli. ,,Je moet presteren. Ik weet dat ik gehaald ben, maar alsnog moet je in alles laten zien dat je ook echt van meerwaarde kan zijn. Ook als er nieuwe spelers zijn gehaald. Concurrentie is alleen maar goed, ik houd daarvan. Bang? Nee, dat ben ik nooit. Ik heb vertrouwen in mijzelf. Maar als je niet presteert, kan je op de bank komen. Je kan zoveel een tweede stem zijn als je wilt, maar als je niks laat zien kan je zo naast de trainer op het bankje komen te zitten.”
Bron: ad